Opheffing van ministerie van volkshuisvesting in 2010.
Daarna zijn er nog wel ‘portefeuille-loze’ ministers geweest die de de taak van wonen op zich hebben genomen. VVD’er Stef Blok ‘deed’ het, maar sinds 2017 is hij vertrokken. Blok was er wel trots op dat hij ‘een heel ministerie heeft doen verdwijnen’ zei hij bij zijn vertrek in 2017. Had al decennia eerder gekund vond hij. Momenteel doet minister van binnenlandse zaken Kajsa Ollongren (D66) wonen er een beetje bij. Niet lang na zijn aantreden had Blok nog geschreven dat er 73.000 nieuwe woningen per jaar gebouwd moesten worden om aan de woningbehoefte te voorzien. Dat aantal werd bij lange na niet gehaald en aan het einde van zijn ministerschap stond het aantal woningtekort op 246.000. Zo hoog is het niet meer geweest sinds de Tweede Wereldoorlog. Maar toch beweerde Blok dat de woningmarkt ‘weer draait als een zonnetje.’
De prognoses kloppen niet.
Je zou denken, omdat het aantal inwoners van Nederland bekend is en het aantal woningen ook, je makkelijk kan inschatten of er een woningtekort is. Maar het lastige is om vast te stellen hoeveel mensen er opzoek zijn naar een woning. Ook zaten de prognoses er de afgelopen jaren vaak naast. Het Centraal Bureau voor de Statistiek wist de geboorte- en sterftecijfer aardig goed in te schatten. Wat wel onderschat werd, is het aantal buitenlanders dat in Nederland is komen wonen. In 2010 voorspelde het CBS dat er in 2040 17,8 miljoen mensen in Nederland zullen wonen. Nu wordt de prognose bijgesteld naar het aantal van 19 miljoen. Dit is een enorm verschil!
De woningcorporaties werden in de hoek gedrukt.
Woningcorporaties zijn bij uitstek in staat om ‘anticyclisch’ te bouwen. Zij hoeven geen winst te maken, dus kunnen ze ook blijven bouwen als de conjunctuur tegenzit. Maar het kabinet deed precies wat er niét moest gebeuren: het hielp de mogelijkheden van corporaties om bij te springen grotendeels om zeep. Er kwam er een parlementaire enquête, met als uitkomst dat de corporaties zich voortaan moesten beperken tot hun ‘kerntaak’: de sociale huursector. Daarnaast voerde het kabinet in 2013 een andere maatregel in die de corporaties nog veel meer aan banden legde: zij moesten voortaan de zogeheten verhuurderheffing betalen, een bedrag van 1,7 miljard euro per jaar. Waarschuwingen dat de verhuurderheffing ertoe zou leiden dat corporaties minder konden investeren in nieuwbouw, sloeg het kabinet in de wind. Maar die vrees werd wel bewaarheid.